Een grote Indische familie
De kracht van het Indischzijn
(verhaal van 26-03-2025)
Indo-Europese vrouwen en kinderen in Nederlands-Indië, KITLV 152941.

Als verzorgende heb ik veel cliënten en collega’s leren kennen, ieder bijzonder op hun eigen manier. Met sommigen was de band sterker, twee moest ik deze week uitzwaaien; de een voor even, de ander voor het leven.
Meermaals sprak ik met een Indische tante over Tokeh-onderwerpen en mijn boek. Zij luisterde en bewonderde dit: “Oh zo mooi dat u…”, gevolgd door het onderwerp. Het was nooit nodig om iets uit te leggen, ze kende ieder Indisch begrip.
Tante sprak met mij over haar geboortestad Soerabaja, waar zij erg trots op was. Meermaals liepen wij in gesprekken over Toendjoengan om tjendol te drinken of te zoeken naar lekkere spekkoek. Zij nodigde mij vaak uit om daarheen te gaan, of naar Malang. Vroeg ik wat zij daar wilde gaan doen, dan zei zij: “Daar ligt mijn vader begraven”. Ik vertelde dat mijn overgrootvader lag op begraafplaats Soekoen, beide in dezelfde periode gestorven. “Misschien zijn het wel buurmannen” grapte ik lachend. Een zwaar gesprek werd op zo’n manier toch weer luchtig.
Zij werkte als secretaresse van heer van der Bol bij “Borsumij kantoormachines en weegwerktuigen”, wat zij als een echte secretaresse uitsprak. Ik vertelde haar dat mijn oudoom Gerard Weijdemuller daar ook werkte, waarop zij euforisch zei dat zij hem kende.
De ander was mijn collega, het klikte goed met haar. Het helpt dat we verre familie zijn. “Mijn oma had ook een oom met die achternaam” meer was niet nodig om tot die conclusie te komen, al was het voor de rest moeilijk om te volgen.
Zij staat voor mij dichterbij het Indische dan mijn eigen vernederlandste familie. Ze is in Indonesië geweest, leerde mij de taal en vertelde mij hoe een doerian, ramboetan of nangka smaken. Voor mij staat zij symbool voor de Indische cultuur. De potjo potjo kreeg ze me niet aangeleerd, dat was niet weggelegd voor mij.
Het mooie van de Indische gemeenschap is dat het aanvoelt als een grote familie. Zo heb ik het ook ervaren met tante en mijn verre achternicht. Dat is de kracht van het Indischzijn. Met een lach en een traan nam ik afscheid van hen beide, de een voor even, de ander voor het leven.
Voelt dit voor u ook zo aan? Heeft u Indische familieleden die eigenlijk geen familie zijn?