
Mening van Ciel
Het onderzoeken van het leven van mijn overgrootmoeder Ciel doe ik al ruim tien jaar. Het geeft een goed gevoel wanneer ik nieuwe aanknopingspunten vind. Een vraag houdt mij bezig, een vraag waar ik vermoedelijk geen antwoord op ga krijgen: “Wat zou Ciel ervan vinden, als zij hoorde dat ik haar leven onderzoek en beschrijf?”
Slechts een select groepje Indische Nederlanders wil hun herinneringen uit de voormalige kolonie delen. Toevallig hoorde ik enkele dagen geleden nog de reden daarvan. De uitspraak: “Wij zijn nu in Nederland en moeten zo leven. Wij moeten niet meer terugdenken aan wat geweest is in Indië.” Voor velen is het te pijnlijk om te spreken over een land wat ze gedwongen moesten verlaten.
Via een naaste van Ciel hoorde ik dat ik moest stoppen met “oude koeien uit de sloot halen” en dat ik de doden eens moest laten rusten. Het bracht mij sterk aan het twijfelen of ik hiermee wel door moest gaan. Maar zijn het wel oude koeien? Is het niet een bijzonder verhaal van een – voor mij – speciaal persoon, wat nooit verloren mag gaan? Dat laatste woog toch het zwaarst.
Soms denk ik ook dat het voorbestemd was. Dat dit ooit op mijn pad moest komen. Na haar overlijden zijn verschillende kleine snuisterijen, die eens in haar appartement stonden, gegeven aan mijn vader. Alsof Ciel via haar dochter deze spullen in mijn richting wilde sturen.
Op mijn vierde kreeg ik voor het eerst iets te zien uit haar erfenis. Een houtsnijwerk van een Balinese vrouw werd mij geschonken, mede omdat ik “het Indische kleinkind” was, al besefte ik destijds niet wat dat betekende en waarom dat zo van belang was.
Nu, ruim 24 jaar later, begrijp ik het wel. Soms, wanneer ik naar oude foto’s van Ciel kijk, dan zie ik mijzelf terug in haar ogen. Via mij zou een deel van de Indische geschiedenis bewaard blijven voor de toekomst.
Eens heb ik de bewuste vraag aan mijn vader gesteld. Zijn antwoord zei mij dat het goed was: “Ik denk wel dat zij dat mooi had gevonden. Dat zij zich wel vereerd zou voelen.” En weet u, diep van binnen denk ik het ook. Ik denk dat zij zich vereerd voelt, trots dat haar verhaal verteld gaat worden en haar leven tot in de eeuwigheid bewaard zal blijven.